In dit rapport brengen we opnieuw in kaart hoe pensioenuitvoeringsorganisaties (PUO’s) de haalbaarheid inschatten van de transitiekalender van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Hierbij is specifiek gekeken naar het opnieuw inrichten van de pensioenuitvoering en het vernieuwen van IT-systemen.
Belangrijkste conclusies
- Het aantal pensioenuitvoerders dat vertrouwen heeft in de transitie van fondsen per 1 januari 2026 is minder hoog dan verwacht. Het aandeel dat de kans “groot” of “zeer groot” acht, is gestegen van 8% naar 33%, maar de verwachting was dat dit veel hoger zou zijn gezien de fase van deze transitie.
- Vertragingen bij softwareleveranciers zijn het grootste knelpunt. Respondenten zien vertragingen bij softwareleveranciers als de belangrijkste oorzaak van
vertraging. Discussies over evenwichtigheid met De Nederlandsche Bank (DNB) kunnen ook extra vertraging veroorzaken. - Alle respondenten verwachten nu dat de kans redelijk tot zeer groot is dat de officiële deadline van 1 januari 2028 verder opschuift.
- Alternatieve invaardata: Bijna de helft van de uitvoerders houdt rekening met alternatieve, bijvoorbeeld halfjaarlijkse transities.
- Beperkte marktruimte voor nieuwe fondsen: Slechts 25% van de uitvoerders zegt ruimte te hebben voor nieuwe fondsen; de rest hanteert zeer strikte voorwaarden of staat er niet voor open.
Vraag nu het rapport aan
Meer weten? Vraag het volledige rapport dan nu aan via onderstaande knop. Heeft u vragen, neem dan gerust contact met ons op.
